Nieuwe trend in verpakking voedingsmiddelen

11 september 2023 Erik Kruisselbrink Opackgroup

De circulaire economie schrijdt voort. Een van de stappen daarin is de ontwikkeling van barrièreverpakkingen voor voedingsmiddelen, gemaakt van monokunststoffen in plaats van laminaten van verschillende kunststoffen. 

Verpakkingen die uit één soort plastic bestaan, zijn op het moment de enige die eenvoudig gerecycled kunnen worden. En mogen zich dus in het huidige streven naar een verdere circulariteit verheugen in groeiende populariteit. Folieproducent Opackgroup heeft er recent in haar vestiging in Giessen twee nieuwe productielijnen voor in gebruik genomen. Totale investering: 20 miljoen euro.

Opackgroup is sinds 1 december de nieuwe naam van Oerlemans Packaging Group en is met zeven dochterondernemingen en tien productielocaties een van de grootste plasticfolieproducenten voor voedingsmiddelen in Nederland. Dé trend op het gebied van dit soort verpakkingen is volgens Gert-Jan van Baardwijk, algemeen directeur van dochterbedrijf Flexpak, folie die uit één soort kunststof bestaat. 

Productafhankelijk

Gert-Jan van Baardwijk 2 Algemeen-directeur Gert-Jan van Baardwijk van Flexpak, een van de onderdelen van de Opackgroup. (© Opackgroup)

Van Baardwijk vertelt dat de Opackgroup diverse varianten produceert van mono-PE folie met barrièrefuncties. “Welke folie voor een bepaalde toepassing geschikt is, hangt helemaal af van het product, van de machines waarop de klant ze verwerkt en van de benodigde houdbaarheid van het product. Een mono-PE folie kan bijvoorbeeld prima een PET/PE-folie vervangen voor stand-up pouches. We hebben daarnaast meerdere andere mono-PE met barrières ontwikkeld voor toepassingen voor sachets voor sauzen, voor granen en voor diverse convenience food producten.”

“Het grote nadeel van een PET/PE en OPP/PE-laminaat is dat het niet te recyclen was. Nadeel van het vervangen van PET/PE en OPP/PE door een mono-PE is aan de andere kant dat het prijsverhogend werkt, want PET en OPP zijn relatief goedkoop. En daarnaast heel robuust en gemakkelijk te verwerken op de verpakkingslijn omdat het een brede range aan temperaturen kan absorberen, zonder schadelijke gevolgen. Door de verdere ontwikkeling van de mono-PE laminaten zullen de mechanische eigenschappen verder verbeteren. En door de schaalvergroting en de toegenomen vraag zal het prijsverschil in de toekomst kleiner worden. Niet te recyclen verpakkingen zullen uitgefaseerd worden en door de verwijderingsbijdrage hoger belast worden, waardoor deze nieuwe verpakkingen de toekomst hebben.”

De ontwikkeling richting monofolies is er pas sinds drie, vier jaar. “Ik zit al 20 jaar bij de Opackgroup, maar toen ik zes jaar geleden bij Flexpak binnenkwam, was er nog weinig tot geen sprake van. Op dat moment zijn we samen met onze klanten gaan kijken of hun machines daar wel geschikt voor waren. Vervolgens heeft de coronacrisis voor enige vertraging gezorgd, maar we zien nu dat het weer volop wordt opgepikt.”

In een driehoek

“Het ontwikkelen van nieuwe materialen gaat altijd in een driehoek met onze grondstofleveranciers en klanten”, zegt Van Baardwijk. “We krijgen daarin heel veel input. Doordat we veel testen, doen we ervaringen met nieuwe materialen op en kunnen we de kinderziektes eruit halen. Zo hadden we in een conceptfase mono-PE stand-up pouches die het niet goed deden bij valtesten. Door een verbeterde receptuur van de kunststof hebben we in samenspraak met de klant uiteindelijk een mono-PE kunnen ontwikkelen dat hier tegen bestand was. Het grote voordeel is dat we zelf alles in huis hebben, van zelf blazen tot bedrukken en lamineren. Telkens wordt EVOH als zuurstofbarrière gebruikt. In het verleden was dat nylon, maar daarmee is het laminaat niet recyclebaar.”

We moeten veel meer gaan recyclen

Of je alle barrière-eigenschappen in een mono­materiaal kan vangen, hangt ook af van de gewenste houdbaarheid. “Voor producten die een korte doorloop hebben, hoeft dat niet. Wel voor producten die eerst nog worden opgeslagen en pas na een half jaar verkocht worden. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van producten in monomaterialen. In het Opackgroup Technology Center (OTC) kunnen we barrières van verschillende materialen onderzoeken, want op dit moment weten we bijvoorbeeld nog niet wat de inhoud van het product voor effect heeft op een andere folie wanneer het een lange houdbaarheid heeft. Samen met geïnteresseerde marktpartijen voeren we deze onderzoeken uit voor specifieke data op basis van houdbaarheid.” De Opackgroup heeft al diverse laminaten van PET/PE/EVOH/PE omgeturnd in een monomateriaal van bijvoorbeeld sachets voor sausjes. “En inmiddels zijn we ook aan het testen voor afbakbrood.”

Bio en composteerbaar exit

Van Baardwijk gelooft dat biobased en composteerbare folies op den duur uitgefaseerd gaan worden. “Composteerbare folies, die op een natuurlijke manier afbreken, hebben alleen zin voor landbouwproducten. Bijvoorbeeld over de groene asperges heen, waarbij je na de oogst de folie gewoon in het land kunt werken. Maar voor veel andere voedingsproducten hebben composteerbare verpakkingen helemaal geen zin. Het verstoort de recyclage en het zorgt ervoor dat consumenten de verpakkingen nog makkelijker weggooien.”

“Het nadeel van biobased kunststoffen aan de andere kant is dat ze in sommige gevallen ten koste gaan van de voedselvoorziening. Die voedingsproducten zullen we in de toekomst volop nodig hebben met het oog op de groeiende wereldbevolking. Als je de grondstoffen voor biokunststoffen uit bijvoorbeeld Brazilië haalt, is het de vraag hoe duurzaam dat is. We moeten gewoon veel meer gaan recyclen. Wat dat betreft verstoren composteerbare materialen ook nog eens de plastic recyclage en biokunststoffen de agf-inzameling. En leg een consument maar eens uit wat het verschil is tussen een biobased en composteerbare verpakking. Dat is niet te doen.” 

Plastic geen issue

supermarkt productverpakking De retail vraagt steeds meer om recyclebare verpakkingen onder druk van de consument, dus alle kansen voor monoplastic. (© Pexels)

Edwin de Vries, productmanager vleesindustrie OPACKGROUP, ziet naast de trend richting monofolies als vleesverpakking ook nadrukkelijk een vraag van vleesverwerkers hoe zij de totale hoeveelheid plastic kunnen reduceren. “Zij zijn gewend aan een bepaalde dikte, breedte en lengte, maar willen van ons weten hoe ze een reductie in dikte en formaat kunnen realiseren om zo toch minder verpakkingsmateriaal te gebruiken.”
De Vries licht toe dat barrièrefolies al meer dan twintig jaar worden toegepast in de vleesindustrie. “Plastic is hier helemaal geen issue, want het is het ideale verpakkingsmateriaal voor vlees omdat het voedselverspilling en daarmee onnodige CO₂-uitstoot voorkomt en 100 procent voedselveilig is. Daarbij komt dat de vleesindustrie een sector is die al veel CO₂ uitstoot tijdens het proces.”

Maar De Vries ziet ook dat de vleesindustrie door de retail benaderd wordt om een duurzaamheidsslag te maken. “De druk van de consument op de supermarkt om te verduurzamen is hoog. Dus vraagt de retail om meer recyclebare verpakkingen aan haar leveranciers. Daarom hebben wij diverse recepturen ontwikkeld voor mono-barrièreverpakkingen, die voorheen waren samengesteld uit meerdere soorten plastics. Recepturen die volgens de richtlijnen van het Kennisinstituut voor Duurzaam verpakken onder recyclebaar vallen.”

De OPACKGROUP maakt zelf alleen flexibele verpakkingen en dus geen rigide vleesbakjes. Wel maakt zij de topfolie daarvoor. “Dit was tot voor kort standaard een laminaat van PET/EVOH/PE. Je kunt wel een PET-bovenfolie op een PET-bakje doen, maar die heeft dan geen barrière. Daar zul je dan toch echt een ander materiaal aan moeten toevoegen. Maar je kunt er ook een OPE/PE/EVOH/PE-monofolie voor maken die wel uit monomateriaal bestaat en een barrière heeft.”

Van bak naar zak

Naast de trend naar monoverpakkingsmateriaal ziet De Vries ook een trend van reductie van verpakkingsmateriaal. Dat gebeurt bijvoorbeeld door een vleesbakje met topfolie voor gehakt te vervangen door een folie. “Van bak naar zak. Dat is nu nog een klein aandeel in het grote geheel, maar het groeit relatief hard. En ook in die zak zie je weer verdere ontwikkelingen van dunnere recepturen.” 

In de slagerswinkel zijn deze ontwikkelingen helemaal niet aan de orde, bevestigt De Vries. Een slager wil gewoon een mooi product verkopen en die gaat niet met een klant in gesprek over verduurzaming van de verpakking. Overigens gebruiken deze ook monofolie als slagersvellen voor verpakken of afdekken van het vlees, maar die hebben dan weer geen barrière-eigenschappen. Maar dat is ook niet nodig aangezien het product vers wordt verkocht.” 

Essentiële eisen

Los van de exacte samenstelling moeten alle (voedingsmiddelen)verpakkingen die op de markt worden gebracht, voldoen aan zogenoemde essentiële eisen. Dit zijn eisen aan verpakkingen die voortkomen uit de Europese Richtlijn Verpakkingen en sinds 2006 opgenomen in het Besluit Verpakkingen. De Inspectie Leefomgeving en Transport handhaaft hierop.

De essentiële eisen vragen van de producent om een proces in te richten dat er continu voor zorgt dat de gebruikte verpakking de meest optimale is voor het milieu. Daarbij gelden een aantal regels. Op het gebied van productie en samenstelling moet het gewicht en volume zo klein mogelijk zijn, maar wel voldoen aan functie-eisen op het gebied van veiligheid, hygiëne en aanvaardbaarheid voor het verpakte product. 

Een verpakking is geschikt voor hergebruik, recycling of terugwinning, waarbij het milieueffect minimaal is. De verpakking is te verbranden of te storten en bevat daarom geen schadelijke of gevaarlijke stoffen. Met het oog op hergebruik moet een verpakking eigenschappen hebben die dat mogelijk maken. Als de verpakking niet langer gebruikt wordt en dus afval is geworden, moet deze voldoen aan eisen voor terugwinning. Voor terugwinning van verpakkingsmateriaal moet een bepaald gewichtspercentage van het gebruikte verpakkingsmateriaal opnieuw gebruikt kunnen worden. Alternatieven zijn dat een verpakking bij verbranding energie oplevert of dusdanig gecomposteerd kan worden dat de overige composteringsactiviteit niet gehinderd wordt. Biologisch afbreekbaar verpakkingsafval moet zodanig fysisch, chemisch, thermisch of biologisch afbreekbaar zijn dat het grootste deel van de resulterende compost uiteindelijk uiteenvalt in kooldioxide, biomassa en water. Om aan de essentiële eisen te voldoen kan men zelf een proces inrichten of gebruik maken van de NEN norm ‘Verpakkingsspecifieke eisen voor fabricage en samenstelling – preventie door reductie aan de bron’ NEN-EN 13428.

Altijd op de hoogte blijven?