Weblog: Caroline op kipexpeditie in Brazilië (6)

13 augustus 2012 Caroline van der Plas

SAO PAULO - Redacteur Caroline van der Plas van Meat & Meal is met acht andere journalisten uit Europa op persreis door Brazilië. De brancheorganisatie ABEF (kippenvleesexporteurs) wil de Braziliaanse kip in een positief daglicht stellen. Van der Plas houdt u met haar weblog op de hoogte van wat ze tegenkomt. Vandaag: Perdigão

SAO PAULO - Redacteur Caroline van der Plas van Meat & Meal is met acht andere journalisten uit Europa op persreis door Brazilië. De brancheorganisatie ABEF (kippenvleesexporteurs) wil de Braziliaanse kip in een positief daglicht stellen. Van der Plas houdt u met haar weblog op de hoogte van wat ze tegenkomt.

Vandaag: Perdigão

Donderdag 26 september


Vandaag stond een trip naar de kippenvleesfabriek van Perdigão in Marau op het programma. Perdigão is de tweede grootste kippenslachter ter wereld, na Sadia. Het is dus fantastisch dat we daar een keer mogen kijken.

Weer vliegen

Na de toestanden met het vliegtuig, woensdag (zie ook weblog deel 5), was er een groot deel van de journalisten dat liever met de auto naar Marau ging. Onder wie ikzelf uiteraard. Helaas moesten we opnieuw in het kleine vliegtuig voor een uur durende vlucht.

We hadden met de auto gekund, maar een paar leden van onze groep hadden tijdens afwezsigheid van enkele anderen onder wie ik, de democratische beslissing genomen om toch te vliegen, omdat dat nu eenmaal sneller ging.

Omdat het behoorlijk slecht weer was, hadden we een niet zo heel fijne vlucht, om het zacht uit te drukken. Er was veel turbulentie en er leek geen einde aan te komen. Het vliegtuig was ook een met propellers, zodat het een enorm lawaai was in de cabine. De piloten, dezelfde van het alarm een dag eerder, deden geen moeite om ons gerust te stellen, wat de onzekerheid over een veilige landing onder een aantal van ons deed toenemen. Dat alarm van woensdag zat diep.

Delegatie Perdigão

Een uur later landden we toch veilig in de buurt van Marau, waar we werden opgewacht door een delegatie van Perdigão. Journaliste Jackie Linden uit Groot-Brittannië moest echter eerst tot rust komen, omdat zij compleet over haar toeren was geraakt over de vlucht hier naar toe en het totale gebrek aan fatsoen van de piloten.

De hygiënemaatregelen van Perdigão zijn al even strikt als die van Sadia. Alle bezoekers van buiten Brazilië, die de fabriek willen bezoeken moeten aan strenge eisen voldoen. Eerst deden we er een beetje lacherig over, maar inmiddels is duidelijk dat wij als Europeanen hier zelf voor verantwoordelijk zijn. Bedrijven die willen exporteren naar Europa krijgen immers de meest strenge hygiëne-eisen om hun oren.

Omkleden

De bus stopte daarom eerst bij een hotel in Marau waar we allemaal een sleutel kregen van een hotelkamer. Daar moesten we douchen en de ‘transit-kleren’ aantrekken van Perdigão (foto). De kleren hadden het meeste weg van camping-smokings, als u begrijpt wat ik bedoel…

Vervolgens werden we bij Perdigão ontvangen door de directie en mensen van de veterinaire dienst. Na een uitgebreide presentatie over het bedrijf, moesten we ons opnieuw omkleden. Ditmaal in witte kleding en joepie daar was ook weer het charmante nonnenkapje (zie foto). Voor collega-journalist Rick Pendrous van het Britse blad Food Manufacturer was er nog een mondkapje, omdat hij een snor heeft.

Strenger

Perdigão is zo mogelijk nog strenger dan Sadia. De mensen die in de productie werken (de witten), mogen maar in één deel van het gebouw komen. Ook mogen zij gedurende de hele dag niet naar buiten, in verband met contaminatie-gevaar.

De blauwen (mensen van de technische dienst) moeten ook in hun sectie blijven, maar mogen tussendoor wél naar buiten. Dan heb je nog de ‘groenen’, die alleen in het magazijn mogen komen. In het bedrijfsrestaurant zitten de witten, de groenen en de blauwen apart van elkaar te eten én er is een gedeelte waar alleen de administratieve staf mag komen.

Schoner

In de fabriek zelf is het bijna nog schoner dan in een ziekenhuis. Waar je in Nederland nog wel eens in bedrijven komt, waar mensen alleen in een (open) witte jas en laarzen lopen, zul je dit bij Braziliaanse bedrijven, die exporteren naar Europa zoals Perdigão en Sadia in geen duizend jaar meemaken. De medewerkers zijn letterlijk van top tot tot teen gehuld in smetteloze bedrijfskleding, ze komen compleet klinisch in hun afdeling en er wordt alleen gewerkt met handschoenen aan.

Schamen

Dit allemaal opschrijvend en terugdenkend aan een aantal van mijn bedrijfsbezoeken in Nederland, vind ik eigenlijk dat de Nederlandse bedrijven die Brazilië bekritiseren zich heel erg moeten schamen voor de kritiek op de zogenaamde Braziliaanse wantoestanden.

Eerst stellen wij in Europa keiharde eisen voordat zij naar ons mogen exporteren, dan gooien we daar nog een aantal eisen bovenop en vervolgens houden we ons in eigen regio zélf niet eens aan de basisregels voor hygiëne.

Ik ben bij bedrijven in Nederland geweest waar ik niet eens een jas, hoofddeksel en laarzen aan hoefde te doen; ik mocht ‘wel even snel’ in mijn gewone kleding want al dat omkleden is zo’n gedoe. Of die ene slachterij waar ik en mijn fotograaf zonder ook maar onze hadden te hoeven wassen, foto’s konden maken van het slachtproces. Als ik de mensen dat hier vertel, geloven ze hun oren niet.

Kijken

Het lijkt mij een goed plan dat de Europese auditers eens wat vaker in de eigen regio gaan kijken of de zaakjes wel voor elkaar zijn, in plaats van het vergrootglas op Brazilië te leggen.

En Nederlandse vleesbedrijven (niet allemaal, want er zijn ook veel goeien) raad ik een weekje Brazilië aan. Er is hier veel te zien en te leren. En ik zeg dat niet alleen omdat ik door de ABEF ben uitgenodigd. Ik heb het met eigen ogen gezien.

En voor wie nu denkt: 'dat doen ze allemaal voor de show in Brazilië' geef ik de volgende overweging mee. Het is natuurlijk onzinnig om te denken dat ze dit alleen maar voor ons doen. Perdigão en Sadia zijn bedrijven met, per fabriek, duizenden medewerkers. Denk je nou echt dat die ’s ochtends allemaal worden geïnstrueerd over onze komst en ze ineens allemaal hun witte kleding uit die ene geheime kleedkamer halen die alleen wordt gebruikt als er Europeanen komen?

Denk na.

(P.S.: We zijn na het bedrijfsbezoek toch maar teruggereden naar Porto Alegre. Enkelen van ons wilden onder geen beding meer het vliegtuig in. De rit duurde vier uur en heb ik toch nog een stukje van het land gezien. Degenen die voor het vliegtuig kozen, hebben op het vliegveld een uur op de piloten moeten wachten. Die waren op stap in Marau en waren de tijd vergeten...) 

Lees ook: Braziliaanse vleessector moet reclame maken in Europa

En:

Caroline's weblog deel 1: Vliegangst (zaterdag 22 september 2007)

Caroline's weblog deel 2: Sao Paulo en churrascaria (zondag 23 september 2007)

Caroline's weblog deel 3: Niets mis met sambakip (maandag 24 september)

Caroline's weblog deel 4: Wonderlijk Sadia (dinsdag 25 september)

Caroline's weblog deel 5: Alarm in de cockpit en boze Brazilianen (woensdag 26 september)

Caroline's weblog slot: Veilig thuis en slotgedachte (dinsdag 2 oktober)

Zie ook:

Landendossier Brazilië


Altijd op de hoogte blijven?