Nieuwe mogelijkheden met oude UVC-techniek

24 juni 2016

De UVC-techniek wordt in de vleessector breed toepasbaar, zegt Bert van Klink van Bioclimatic. De toepassing wordt onder meer gebruikt voor desinfectie van de verdampers, transportbanden, lucht, water en verpakkingen. ‘UVC-desinfectie zelf is al honderd jaar oud, maar nog steeds worden nieuwe toepassingen gevonden, waardoor de techniek steeds breder wordt toegepast.’

UVC-techniek is al meer dan honderd jaar oud, vertelt Bert van Klink van Bioclimatic BV. ‘Al in 1910 werd in Marseille de eerste UVC-drinkwaterzuiveringsinstallatie in gebruik genomen, maar vooral de laatste jaren is de techniek sterk veranderd. Zo zijn de UVC-lampen bijvoorbeeld sterk verbeterd.’ Ook de maatschappij is volgens hem sterk veranderd. ‘Er is veel meer vraag gekomen naar verpakte en langer vers blijvende producten, er is een steeds sterker wordende weerstand tegen chemische (conserverings-)middelen. De desinfectietechniek moet duurzaam zijn en er zijn steeds meer standaarden (IFS, BRC, HACCP) die hoge eisen stellen aan uitvoering en hygiëne.’

Tot enkele jaren geleden werd nog vaak gedacht dat het voldoende was om een gewone UVC-buis, die bedoeld was om op kamertemperatuur te werken, ergens in een koude luchtstroom te plaatsen, weet Van Klink. ‘Het beschijnen van een luchtkanaal of een verdamper met UVC zou de groei van micro-organismen beperken of de langsstromende lucht kiemvrij maken. Al vrij snel bleek dit toch niet zo te werken: de buizen bereikten hun werktemperatuur niet, gaven dus nauwelijks enig UVC-licht af en de micro-organismen groeiden vrolijk verder. Ook bestond het misverstand dat net als bij een gewone Tl-buis of gloeilamp de opbrengst hetzelfde bleef, tot de lamp het op een gegeven moment helemaal niet meer deed.’ Dit is echter niet zo, benadrukt hij. ‘Goede moderne UVC-buizen hebben een levensduur van tussen de 8.000 en 16.000 branduren en hebben dan nog 75 procent restcapaciteit. Daarna gaat het binnen een paar maanden naar 50 procent. Ze geven dan echter nog steeds bijna net zoveel blauwig, zichtbaar licht als toen ze nieuw waren.’

UV-meting

Doordat met het blote oog niets te zien is van de teruggang in capaciteit, zijn er in Nederland vandaag de dag waarschijnlijk nog duizenden oude UVC-buizen in bedrijf waarvan de eigenaar niets vermoedt. ‘Ondernemers die twijfelen over de werkelijke UVC-capaciteit kunnen natuurlijk altijd een UV-meting laten doen. Bioclimatic heeft niet alleen de juiste meetapparatuur hiervoor, maar kan eventueel ook een certificaat voor in het kwaliteitshandboek afgeven’, legt Van Klink uit.

Om de levensduur van de lampen nauwkeurig in de gaten te houden, heeft Bioclimatic speciale sensoren ontwikkeld: ‘Deze sensoren houden exact bij hoe hoog de capaciteit van de lampen is. Onze lampen hebben 12.000 branduren. Dat betekent dat ze anderhalf jaar lang meegaan als ze fulltime worden gebruikt, maar in werkelijkheid staan de lampen alleen op werkdagen zo’n acht tot tien uur per dag aan. Als de capaciteit te laag wordt, volgt een alarmmelding.

Veilig werken met UVC

Veel gebruikers denken dat UVC niet zoveel kwaad kan en dat speciale bescherming niet zo nodig is. De moderne buizen doden echter niet alleen micro-organismen, maar je hebt ook al snel een paar lasogen te pakken of een verbrande huid. Je voelt weliswaar geen warmte, maar het kan toch al binnen enkele seconden gebeurd zijn’, waarschuwt hij.

Infectiehaard op verdampers

Op de lamellen van de verdamper vormen zich als gevolg van het koelproces kleine druppeltjes condensatievocht. Deze zorgen er voor dat allerlei micro-organismen naast voedingsstromen ook voldoende water hebben om te kunnen gedijen. Al na een paar dagen heeft zich op een nieuwe verdamper een stabiele kiemenflora ontwikkeld, die zich ook bij de lage temperaturen op koelerlamellen goed voortplanten kan en een slijmerig laagje op de lamellen en in de lekbak vormt, de zogeheten biofilm.

Vooral schimmels en koudeminnende organismen, zoals Listeriabacteriën, vinden op de verdamper voor hen prettige levensomstandigheden, weet Van Klink. ‘Bij metingen op de lamellen en in de lekbakken van verdampers zijn wel dertig verschillende organismen aangetroffen. Omdat deze organismen dus goed groeien, wordt de biofilm steeds dikker, vermindert de koelcapaciteit door zijn isolerende werking en wordt de luchtweerstand hoger. De standaard lamellenafstand van zeven mm kan na enige tijd verminderen tot vier of zelfs maar twee millimeter. De langsstromende lucht neemt steeds meer kleine druppeltjes mee de ruimte in, en verspreidt zo de nakomelingen van alles wat er op de verdamper leeft en groeit. Om de koeling goed werkend en de ruimte enigszins schoon te houden, moet de verdamper dus regelmatig schoongemaakt worden. Meestal hangen de verdampers echter aan het plafond of zitten ze hoog tegen de wand en zijn ze dus lastig te bereiken.’

Verdampers schoonmaken is geen prettig werk en de hogedrukspuit verspreidt de begroeiing van de verdamper door de hele ruimte en over alles wat zich er in bevindt, met alle gevolgen van dien. ‘Soms moet de cel ook nog eerst leeggehaald, en na het schoonmaken weer ingeruimd worden. Allemaal werk waar niemand op zit te wachten. Het schoonmaken van de verdamper zou je dus eigenlijk zo weinig mogelijk willen doen en in ieder geval niet vaker dan nodig is.’

Zelfreinigend effect

Als de verdamper met UVC-licht wordt beschenen, dan hoeft deze niet zo vaak schoongemaakt te worden, want hij blijft vrij van biofilm, legt Van Klink uit. ‘Er groeien dan geen schimmels, bacteriën en gisten meer op. Ook de lekbak zal niet langer een microbiologisch moeras zijn, maar voornamelijk water bevatten.’

De beste plek om de UV-buizen te monteren, is volgens hem binnen de omkasting, in de ruimte tussen de ventilator en het lamellenblok. ‘Bij een echt mooie installatie is de binnenzijde van de omkasting bekleed met UVC-reflecterend materiaal om het effect te versterken: niet alleen op de lamellen, maar ook op de langsstromende lucht. Deze krijgt ook een dosis UVC en zal daardoor ook schoner worden. Als er binnen de omkasting geen ruimte is, kan er ook een zogeheten voorbouwunit geplaatst worden, die Bioclimatic kant-en-klaar in het leveringsprogramma heeft. Deze kunnen zowel aan de aanzuig- als aan de uitblaaszijde gemonteerd worden.’

‘Als de verdamper met UVC-licht wordt beschenen, dan is minder schoonmaak nodig’

Naar mate de verdamper schoner wordt, zal ook het afdodende effect van de UVC groter worden. ‘Het UVC-licht wordt door de aluminium lamellen weerkaatst en dringt zodoende steeds verder en beter door in het pakket. Het UVC-licht heeft als het ware een zelfreinigend effect op de verdamper. Als er in de ruimte waar de verdamper hangt volgens een bepaalde standaard gewerkt wordt, (bijvoorbeeld IFS, BRC en HACCP) moeten Food-Safe Teflon-gecoate UVC-buizen gebruikt worden en RVS-fittingen. De Teflon coating van de UVC-buizen zorgt ervoor dat bij een eventuele glasbreuk geen glasscherven of -splinters vrij komen.’

Transportbanden

Een van de nieuwe ontwikkelingen is het gebruik van de UVC-techniek voor desinfectie van transportbanden en van verpakte levensmiddelen op de band. ‘In de regel zijn bacteriën en virussen met UVC zeer eenvoudig af te doden. Bij desinfectie van verpakkingen gaan de producten door een hygiënische tunnel, een high care ruimte waarin het product rondom gedesinfecteerd wordt met UVC-licht’, legt Van Klink uit. ‘Voordelen hiervan zijn dat bedrijven minder chemicaliën hoeven te gebruiken, de mate van duurzaamheid toeneemt en de valideerbaarheid wordt vergroot. Als werknemers zorg moeten dragen voor de desinfectie, dan kan het zijn dat zij bijvoorbeeld op maandagmorgen of net voor de lunch minder presteren, terwijl bij de UVC-techniek de mate van desinfectie altijd zo hoog mogelijk is. Uitgebreide praktijktesten tonen aan dat kiemniveaus gedurende de dag op een acceptabel niveau blijven met een UVC-banddesinfectie-unit. Dat voorkomt kruisbesmetting en hoge schoonmaakkosten. Bovendien kan desgewenst 24 uur per dag worden gedesinfecteerd. Niet alleen tijdens het schoonmaken, maar ook tijdens de productie.’

De bandreiniging bevindt zich in een cassette die eenvoudig boven of onder de band te plaatsen is. Daarbij heeft Van Klink wel een duidelijk advies: ‘Vleesdelen moeten voor de UVC-bandunit van de band geschraapt worden. UVC-licht heeft namelijk geen penetrerend vermogen. Volgens Van Klink wordt de transportbandreiniging op basis van UVC nog te weinig in de vleesverwerkende industrie toegepast, terwijl deze wel flinke voordelen biedt. Bedrijven die willen weten hoeveel waarde de techniek biedt, kunnen het beste het aantal bacteriën na zowel een UVC- als NA een chemische behandeling meten en zelf ontdekken hoeveel hygiënischer er gewerkt kan worden.

Van Klink: ‘We zijn steeds bezig het proces verder te optimaliseren. Onlangs hebben we moderne units op de markt gebracht, die opnieuw robuuster zijn en volledig waterdicht (IP69), zodat ze met een hogedrukspuit schoon te maken zijn.’

Er is al veel onderzoek gedaan naar de UV-bestendigheid van transportbanden, vrijwel alle banden zijn hiervoor geschikt. Mochten er nog bedrijven twijfelen of hun transportband geschikt is voor UVC-desinfectie, dan kunnen ze een sample van de transportband opsturen naar Bioclimatic. Daar wordt het sample beschenen met een dosis UVC-licht die gelijkstaat aan het UVC-licht waaraan de transportband in vijf jaar tijd zou worden blootgesteld. Door deze test aan te bieden, hoopt Bioclimatic dat meer bedrijven in de voedselverwerkende industrie zullen kiezen voor deze duurzame manier van desinfecteren.

Voor meer informatie zie: www.bioclimatic.nl.

Altijd op de hoogte blijven?