Vloeken in de kerk mag

Consumentengedrag verandert. De klant wil gemak, ook wel ‘convenience’ genoemd. Snel, gemakkelijk en als het kan ook nog een beetje leuk. De jonge generatie denkt al helemaal niet meer in traditionele verszaken, zoals de bakker, de slager en de groenteboer. Jongeren vinden het eigenlijk heel gek dat ze bij de slager naast een belegd broodje geen colaatje kunnen kopen.

Ondernemers moeten zich bewust zijn van dit veranderend koopgedrag. Brancheorganisatie KNS riep onlangs slagers die met succes vegetarische producten verkopen, op te reageren op Facebook. Die oproep maakte veel los. Zelf moest ik wel een beetje lachen om de slager die schreef: ‘Nooit geleerd een wortel uit te benen. Dat zal ik ook nooit doen en ik heb er ook geen vraag naar.’ Maar de vraag is natuurlijk niet grappig bedoeld. En het is ook zeker geen 1 april-grap, zoals een enkeling dacht.

Vegetarische producten bij de slager: het is als vloeken in de kerk. Dat besef ik heel goed. Vraagt u zich eens af of de combinatie vlees en vleesvervangers echt zo vreemd is. Eetpatronen veranderen. Meer mensen weten de weg naar de slager te vinden, juist omdat ze niet meer dagelijks vlees eten. Dat lijkt een paradox, maar dat is het niet.

Liever eet de bewuste consument drie keer per week een goed stuk vlees, dan iedere dag een product waarvan hij de herkomst niet kent. Flexitariërs dus. Ook de groep vegetariërs groeit nog altijd. In veel gezinnen en bij iedere barbecue is wel een vegetariër. Wanneer je daarvoor een vleesvervanger in het assortiment hebt, kun je je klant in één keer bedienen. Klant tevreden en slager tevreden. Realiseert u zich daarnaast dat op vleesvervangers een goede marge zit. De slager die deze bewuste ondernemerskeuze maakt, is spekkoper. Vloeken in de kerk mag dus best. Soms.